Model opgebouwd in oorspronkelijke toestand als handbediende draaischijf, enkele exemplaren bleven ongewijzigd tot eind jaren '50 in dienst, meestal geheel aluminium of later grijs geschilderd.
Diverse schijven zijn in de jaren '30 alsnog van elektrische aandrijving
voorzien. De stroom toevoer verliep via een kabel naar een portaal midden op de
brug.
Detailopname van de draaischijf.
Foto: het prototype met een beugel erop voor elektrische aandrijving. Deze
was niet op alle schijven aanwezig, diverse hadden een sleeprail in de put of
geheel geen elektrische aandrijving.
Voor deze bouwset hebben we de 20m draaischijven als voorbeeld aangehouden alhoewel er meer 18m draaischijven zijn geweest. Dit met name uit praktische overweging, u kunt op de draaischijf nu iedere NS loc draaien en op een 18m schijf niet.
De draaibrug van dit model is opgebouwd uit messing etswerk met veel fijne details zoals het hekwerk,
klinknagels enz. De vloer is voorzien van wafelplaat profiel. Spoorstaven kwamen boven de vloer uit
en worden op styreen strips gelijmd voor isolatie.
De put bestaat uit kunststof gietwerk en is al van
looprail voorzien. Een aandrijving en aansluiting van de sporen wordt niet geleverd maar we raden u
aan de complete aandrijving van www.draaischijfhk.nl in te bouwen. De brug van onze draaischijf is op
deze aandrijving voorbereid. Enkele andere suggesties vind u ook in de bouwbeschrijving.
Dit model is uit voorraad leverbaar.
Tekening met inbouwmaten:
De Staatsspoorwegen lieten al in 1899 de eerste twee grote draaischijven van
dit model bouwen voor de komst van de stoomlocomotieven van de latere NS serie
2000. Deze was bedoeld voor het rijden van de zware "Vlissingse mailtreinen" die
vanaf Boxtel tot Vlissingen door de SS werden gereden. Beide stations kregen
zo'n 18m lange draaischijf. In de jaren daarna volgende vele andere stations,
mede vanwege de komst van de NS serie 3700.
Om voorbereid te zijn op leveringen van de 3700 met vierassige tenders ging de
SS er in 1912 toe over om de schijven voortaan 20m lang te bouwen. Er veranderde
weinig aan het ontwerp, aan iedere einde kwam een "vak" van 1m erbij, de totale
hoogte nam met ca 20cm toe. Ze zijn allemaal als geheel handbediende draaischijf
gebouwd die met handkracht gedraaid moesten worden. Dit gebeurde door met
minimaal twee man met de rug tegen de houten duwbomen de drukken. Aangekomen bij
het juiste spoor gooide men snel de schieter uit om de schijf te vergrendelen.
Dit type handbediende draaischijven zijn tot in de jaren '60 nog op diverse depots aanwezig geweest. Enkele 18m schijven zijn iets verlengd. Diverse zijn in de jaren '30 van een elektrische aandrijving voorzien. Daarbij werd voor stroomtoevoer naar de motor een portaal op de brug geplaatst. Bovenin bevond zich een schijf met sleepcontacten. De eerste schijf die werd omgebouwd was die te Utrecht CS. Deze kreeg in 1914 als proef een metalen sleepring in de put waarover sleepcontacten liepen. De blank stalen contactrails lag op planken die weer op houten balken op de bodem van de kuil werd aangebracht. Maar vanwege vaak voorkomende problemen bij sneeuwval en met name veel regen stapte men er snel vanaf wegens de kans op kortsluiting. Alle andere elektrische schijven kregen daarom een portaal.
De dompdraaischijven werden bij het draaien alleen in het midden ondersteund door een zware stalen pen. De loc moest precies in balans worden neergezet, anders was draaien met de hand vrijwel onmogelijk. De grotere lengtes zorgden voor steeds hogere draaibruggen met steeds vaker als nadeel dat de kosten voor de steeds grotere put en hoeveelheid staal behoorlijk toenamen. Daarbij ontstonden problemen met grond- en regenwater. Vooral in wintertijd kwam dit voor en in combinatie met vorst vroren regelmatig draaischijven vast. In Duistland werden vanaf 1914 draaischijven gebouwd die zowel op de wielen als op de middenspil gesteund werden, de zogenoemde scharnier draaischijven. De HSM bestelde de eerste daarvan in 1916, de SS ging er pas na 1920 toe over. NS ontwikkelde haar eigen type draaischijf in 1928 uit kosten oogpunt waarbij men de gepatenteerde scharnierconstructie wist te omzeilen door de hoofdliggers uit 1 stuk te maken. De enige nog bestaande NS 20m draaischijf te Tilburg is van dit type (bouwjaar 1937).
Veel draaischijven zijn in 1945 bij het terugtrekken van de Duitse troepen door Sprengkommando's opgeblazen. Diverse konden hersteld worden maar lang niet allemaal. Een paar draaischijven zijn daarom gewisseld om zo snel mogelijk op de belangrijkste knooppunten weer over een draaischijf te kunnen beschikken. In de jaren na de oorlog zijn uiteindelijk nog diverse nieuwe draaischiven naar NS ontwerp in oude diepe putten van de kapotte domp draaischijven geplaatst. Eind jaren ’60 ruimde NS de meeste nog bestaande draaischijven op, een paar aan de grens hebben het een aantal jaren langer volgehouden.
Zie voor de complete geschiedenis van de 18 en 20 meter lange dompdraaischijven de tabellen onderaan deze pagina.
Pruissische draaischijven gebouwd door o.a. KPEV 1907-1914
De Pruisissche Staatsspoorwegen (KPEV) en diverse andere Duitse
maatschappijen bouwde al vanaf 1907 nagenoeg identieke 20m draaischijven als de
SS pas een jaar of 7 later zouden doen. Ook deze waren alle handbediend.
De meeste KPEV draaischijven zijn bij levering ook voorzien van een lierwerk met
tandwiel overbrenging naar een tandkrans tegen de zijkant van de put. Daartoe
was aan de linker zijde (vanaf de putrand gezien) een schuin bordes gemaakt
waarop het lierwerk stond. De duwbomen waren echter ook aanwezig voor het geval
het lierwerk defect was. Men heeft in de jaren '30 nog diverse van deze
lierwerken aangepast (ook op kleinere draaischijven) zodat deze door stoom (via
de luchtslang van de loc) aangedreven konden worden. In Nederland is een
dergelijke constructie zover bekend niet gebruikt. Vanaf de jaren '30 werden
diverse schijven alsnog omgebouwd naar elektrische aandrijving waarbij het
bordes vaak wat groter werd en van een gesloten behuizing werd voorzien. De
dwarsschotten waarin de loopwielen in witmetalen lager liepen verviel geheel.
Onder de einde van de ligger werd een dwarsgeplaatste zware H balk geplaatst met
op de bovenzijde rollagerblokken (ipv glijlagers) voor de nieuwe stalen
loopwielen.
De Duitse schijven kregen al direct alle een betonnen put met schuin oplopende vloer zodat veel minder diepte nodig was. Alleen de laatst gebouwde SS schijven kregen eveneens een betonnen put, echter geheel volgend het gemetselde model met bijna vlakke vloer.
De bouwset is met enige handigheid ook bruikbaar voor een dergelijke Pruisische draaischijf en op aanvraag zonder kuil leverbaar als u zelf een betonnen kuil wilt uitbeelden.
Er zijn ook nu nog een tiental exemplaren van bewaard gebleven, tot ver in
Polen toe. De meeste zijn ongebruikt, enkele bij museua in gebruik of als
monument beschermd. Zie bijvoorbeeld:
http://www.bw-adorf.de
http://www.eifelbahn-gerolstein.de
De oudere kleuren van de draaischijven zijn helaas niet bekend. Een foto van
een SS 300 serie in 1912 op de 14,5m draaischijf van Meppel laat duidelijk zien
dat de SS meerdere kleuren gebruikte. Alle klinknagel banden zijn donker, de
binnenvlakken licht van kleur (mogelijk groen-beige zoals o.a. de perronkappen
van 's Hertogenbosch). De steunen van het bordes lijken hierbij zwart te zijn.
Ook de 18m draaischijf te Utrecht laat duidelijk een kleurverschil zien tussen
de lichte vlakken en de donkere klinknagelbanden en leuningen.
Waarschijnlijk zijn vanaf de jaren '30 de draaischijven voortaan in 1 kleur
geschilderd, ook bij het materieel vervielen rond die tijd biezen enz. als
kostenbesparing op schilderwerk. Bovendien waren de nieuwere 20m draaischijven
ook al bij aflevering geheel in 1 kleur geschilderd. Het is niet zeker welke
kleur de draaischijven kregen. De 20m draaischijf van Rotterdam DP en de 18m
draaischijf van Utrecht CS zijn in 1935 en 1930 geheel aluminium kleur
geschilderd, indertijd bij NS de standaard kleur voor elektrische installaties
zoals bovenleiding en lichtmasten maar ook voor stootjukken en waterkolommen
veel gebruikt. De draaischijven sluiten hier prima bij aan en zullen ook deze
kleur hebben gekregen (ingevoerd bij NS rond 1930).
Wegens de oorlog zijn alle opvallende aluminium geschilderde onderdelen vrij
snel in lichtgrijs overgeschilderd (met name bij materieel) en na de oorlog
lijken de draaischijven duidelijk meer lichtgrijs te zijn geschilderd. In veel
gevallen lijken daarbij de leuningen duidelijk donkerder van kleur,
waarschijnlijk zwart. In verband met onderhoud is dat wel te verklaren, de
leuningen beschadigen makkelijk en zwart is eenvoudig bij te werken.
Pas vanaf de jaren '60 werd bij NS het lichtgroen ingevoerd voor o.a.
bovenleiding portalen, lantaarnpalen enz. De nog bestaande draaischijf te
Tilburg is na die tijd ook in deze kleur geschilderd. De domp-draaischijven
zullen deze kleur nooit hebben gekend.
Plaats |
Bouwjaar |
Sloop |
Opmerkingen |
Vlissingen |
1899 |
Na 1958 |
Waarschijnlijk rond 1935 verlengd tot ca 18,9m, geen oorlogsschade, in 1958 nog in dienst |
Boxtel |
1900 |
1931 |
Voor ronde loods, leuningen in 1904 (903-2916), vervangen door lage 20m schijf |
Hengelo |
1900 |
Ca 1964 |
In 1932 elektrisch (vaste motor), rond 1937 verlengd tot 18,9m, geen oorlogsschade, in 1954 al buiten dienst maar nog aanwezig |
Gouda |
1901 |
1951 |
Geen leuning gehad, altijd handbediend gebleven |
Roosendaal 1854 |
1901 |
1919 |
Vervallen in 1919, brug naar Maarn verplaatst |
Venlo |
1901 |
1922 |
Voor ronde loods, wielen opgeblazen in 1945, in 1955 nog in dienst, altijd handbediend gebleven |
Rotterdam DP |
1902 |
Ca 1950 |
Elektrisch geworden (vaste motor) rond 1931, ca 1938 verlengd tot ca 18,9m |
Tilburg |
1902 |
1949 |
Oorlogsschade, na herstel in 1949 naar Arnhem verplaatst, kuil te Tilburg gesloopt |
Arnhem |
1903 |
1955 |
In 1905 leuningen, elektrisch in 1933 (vaste motor), vernield in '45, in '49 brug uit Tilburg geplaatst, vervangen lage 23m schijf |
Maastricht |
1903 |
Na 1958 |
in 1918 (ca) verplaatst, in 1958 nog in dienst (altijd handbediend gebleven) |
Amsterdam WP |
1904 |
1939 |
|
Arnhem |
1904 |
1934 |
|
Meppel |
1904 |
1956 |
bleef handbediend tot sloop |
Zwolle rangeerstation |
1905 |
1945 |
Opgeblazen in oorlog, vervangen door lage 20m schijf |
Baarle Nassau |
1905 |
Ca 1961 |
|
Gennep (NBDS) |
1907 |
1920 |
voor ronde loods, vernagen door lage 20m schijf |
Leeuwarden |
1907 |
|
Geen oorlogsschade, voor 1954 buiten dienst |
Roosendaal 1907 |
1907 |
Na 1958 |
Voor HSM gebruik, in 1958 nog in dienst, altijd handbediend gebleven |
Venlo |
1907 |
1922 |
Lag bij station, vervangen door lage 20m schijf, oude brug ging naar Roermond |
Roosendaal 1907 |
1907 |
1932 |
voor ronde locloods, vervangen door lage 20m schijf |
Utrecht (NCS) |
1908 |
1954 |
Geen oorlogsschade, bleef waarschijnlijk altijd handbediend |
Rotterdam Feijenoord |
1909 |
Ca 1919 |
Voor ronde loods, vervangen door lage 20m schijf (brug mogelijk herplaatst na verlengen of inbouw elektrische aandrijving) |
Utrecht CS |
1910 |
1951 |
Elektrisch geworden in 1913 (sleepwagen), geen oorlogsschade, in 1951 vervangen door lage 20m schijf |
Groningen |
1911 |
1928 |
naar Harlingen verplaatst na gereed komen nieuwe lage 20m schijf |
Harlingen |
1911 / 1927 |
|
ex Groningen uit 1911, kuil met schuine taluds, voor 1954 buiten dienst |
Maarn |
1901 / 1919 |
|
ex Roosendaal uit 1901, voor 1954 buiten dienst |
Roermond |
1907 / 1923 |
na 1958 |
ex Venlo uit 1907, oorlogsschade, in 1958 nog in dienst |
Plaats |
Bouwjaar |
Sloop |
Opmerkingen |
Heerlen |
1912 |
na 1958 |
Schuine taluds, in 1958 nog in dienst |
's Hertogenbosch |
1912 |
1945 |
Opgeblazen in oorlog, niet hersteld |
Rotterdam Zuid |
1912 |
1936 |
Kuil met schuine taluds |
Weert |
1914 |
ca 1945 |
In 1945 opgeblazen, vervangen door lage schijf |
Rotterdam DP |
1915 |
ca 1937 |
voor HSM gebruik, model SS 20m, elektrisch geworden rond 1915-1920 (sleepwagen) |
Maastricht |
1916 |
1944 |
In 1936 elektrisch (zware sleepwagen), in 1944 oorlogsschade, brug Susteren uit 1933 herplaatst, altijd handbediend gebleven |
Susteren |
1916 |
1933 |
naar Geldermalsen en vervangen door lage schijf |
Eindhoven (nieuw) |
1919 |
|
Voor ronde loods, ca 1915-1920 elektrisch (sleepwagen), in '45 oorlogsschade, in 1958 nog in dienst |
Onnen |
1921 |
ca 1956 |
In 1954 buiten dienst maar nog aanwezig |
Geldermalsen |
1916 / 1933 |
ca 1945 |
ex Susteren uit 1916, in 1945 opgeblazen, vervangen door lage schijf |