Foto: NS gaswagen rond 1935. Dit is een oud SS wagen met bordesje en remwerk.
Foto: HSM gaswagen in 1908. Bij NS kwam de lange treeplank en handrail te
vervallen. De open schenen werden vanaf de jaren '30 bij grote revisie vervangen
door dichte. Verder ongewijzigd bleven diverse van deze wagens in dienst tot
1957.
Foto: NS uitvoering van bovenstaande HSM gaswagen rond 1929
De Nederlandse gaswagens
Gaswagens werden door de spoorwegen gebruikt om zelf gemaakt oliegas te
vervoeren naar stations waar men vanuit de ketels de gastanks onder de rijtuigen
kon vullen. Deze gastanks waren nodig voor de gasverlichting van de rijtuigen.
Pas in de jaren '20 kwam elektrisch licht veelvuldig in treinen voor door
opkomst van elektrificatie. De laatste rijtuigen met gasverlichting bleven tot
1957 in Nederland in gebruik. Toen sloot de laatste NS gasfabriek (Amersfoort)
en werden de resterende gaswagens afgevoerd.
Gaswagens stonden op diverse "vulstations" opgesteld, meestal op een kopspoor
ergens op het emplacement.
Daar werd de ketel met een slang aangesloten op een grondleiding die vervolgens
meestal langs een perronspoor liep. Aan de grondleiding zaten daar diverse
kranen waaraan slangen gekoppeld werden. Hiermee werden in de nacht de gastanks
gevuld van de rijtuigen die daar klaar werden gemaakt voor de volgende diensten.
Zodra een gaswagen leeg raakte werd een nieuwe aangevraagd en bij aankomst
verwisseld. Ze liepen daarbij meestal mee in goederentreinen maar de SS wagens
met remwerk mochten ook achteraan in personentreinen lopen.
Er kwamen vele soorten gaswagens voor. Naarmate de technieken vorderde werden de
ketels wat groter maar omdat de wagens niet te breed en hoog mochten worden was
men lange tijd gebonden aan een diameter van ca 1,25 meter per ketel. De
Staatsspoorwegen lieten nog enkele wagens bouwen met een grotere ketel, de HS
schakelde al snel om naar wagens met een enkele grote ketel. De SS volgde enkele
jaren later eveneens met enkele ketels.
Het voorbeeld van dit model:
Deze ketels van deze wagens kwamen van de oudste series gaswagens. Ze werden
tussen 1883 en 1896 geleverd naarmate er meer gasfabrieken en rijtuigen met
gasverlichting kwamen.
Oorspronkelijk kregen deze allemaal onderstellen van kleine open kolen- of
zandwagens waarvan de bak werd verwijderd. Tussen de ketels lagen in eerste
instantie grote houten balken, later werd dit door metalen steunen vervangen.
De oude onderstellen waren rond de eeuwwisseling zo'n 50 jaar oud en raakten
versleten. De SS liet dan de ketels overplaatsen naar oude rijtuigonderstellen
van overbodige tweeassers.
De HSM bouwde echter nieuwe onderstellen voor haar gaswagens. Met de fusie tot
NS in 1921 waren nog niet alle oude SS wagens omgebouwd, de HSM wagens wel. De
nieuwe chef werkplaats, afkomstig van de HSM, besloot bij afkeur van oud SS
wagens niet langer oude rijtuig onderstellen te gebruiken maar er nieuwe
onderstellen voor te maken.
De HSM wagens waren alle al omgebouwd en de resterende SS wagens werden nu ook
allemaal ineens omgebouwd.
Het onderstel en nieuwe oplegging voor de ketels was vrijwel identiek aan de HSM.
Maar in plaats van open schenen kregen ze dichte exemplaren en aan de kopzijde
van de ketels met de deksel kwam een klein bordesje dat de SS ook al liet
aanbrengen bij gaswagens met oude rijtuig onderstellen. Bovendien werden deze
wagens alle van remwerk voorzien, net als de rijtuig onderstellen. De HSM wagens
waren en bleven altijd onberemd.
Medio 2019 verschijnt bij uitgeverij Uquilair een boekwerk over de gasverlichting bij de Nederlandse spoorwegen. Hierin alle informatie over de gaswagens, gasfabrieken, distributie, verlichting enz.
De bouwset:
Deze bestaat uit messing etswerk met een kunststof ketel. Voorzien van messing
aspotten, verende buffers, opschriften en een zeer duidelijke handleiding,
vrijwel volledig in 3d uitgewerkt. Zie het voorbeeld hieronder.
Download door hier te klikken de bouwbeschrijving als PDF bestand.
Klik hier voor de bijbehorende "Algemene Bouwbeschrijving messing modellen".